Lijst van de meest voorkomende scheepslichten op zee.
Introductie:
In deze folder vind je een overzicht van de meest voorkomende scheepslichten op zee.
Let op : er zijn ook andere combinaties mogelijk, afhankelijk van de specifieke situatie.
Alle vaartuigen (langer dan 7 meter) die zich voortbewegen op het water, zijn verplicht om de volgende lichten te voeren:
- **Groen en rood navigatielicht** aan de zijkanten, elk met een dekking van 112,5°.
- **Wit heklicht** met een dekking van 135°. De combinatie van deze drie lichten bedekt in totaal 360°.
Als het schip op motor wordt voortgestuwd, moet het daarnaast een **wit toplicht** (ook wel stoomlicht genoemd) tonen, met een dekking van 225°.
Bijkomende lichten, die beperkingen aangeven, stralen meestal rondom 360°.
**Overzicht van de scheepslichten volgens de regels:**
- - Regel 23: - Motorboten kleiner dan 50m: tonen een wit toplicht (stoomlicht), samen met de rode en groene navigatielichten en het witte heklicht.
- - Regel 23: - Motorboten groter dan 50m : tonen een extra, lager geplaatst toplicht op de boeg.
- - Regel 24 : - Sleepboten kleiner dan 50m met een sleep korter dan 200m : tonen twee stoomlichten boven elkaar, plus een extra geel heklicht boven het witte heklicht.
- - Regel 24 : - Sleepboten kleiner dan 50m met een sleep langer dan 200m: tonen drie stoomlichten boven elkaar, plus een extra geel heklicht boven het witte heklicht.
- - Regel 25: - Zeilboten onder zeil: tonen alleen de rode en groene navigatielichten, zonder motorlicht. Optioneel kunnen ze een extra rondom schijnend groen licht in de mast tonen.
- - Regel 26: - Vissersboten met sleepnetten: tonen de normale navigatielichten (lichten rood, groen en wit heklicht), plus een rondom schijnend groen en wit toplicht.
- - Regel 26: - Vissersboten zonder sleepnetten:: tonen de normale navigatielichten, plus een rondom schijnend rood en wit toplicht.
- - Regel 27: Onmanoeuvreerbare schepen: tonen twee rondom schijnende rode toplichten boven elkaar, samen met de normale navigatielichten als ze voortbewegen op het water
- Regel 27 : schepen met beperkte manoeuvreerbaarheid: tonen extra lichten (wit-rood-wit rondom schijnend) boven elkaar, naast de normale navigatielichten en toplicht.
- - Regel 28: - Schepen beperkt door hun diepgang: tonen drie rondom schijnende rode lichten boven elkaar, naast de normale navigatielichten en toplicht.
- - Regel 29: - Loodsboten: tonen een wit licht boven een rood rondom schijnend licht, naast de normale navigatielichten rood - groen en wit heklicht
- - Regel 30: - Schepen voor anker kleiner dan 50m: tonen één wit rondom schijnend licht. Ze voeren geen rode en groene navigatielichten of wit heklicht omdat ze stil liggen
- - Regel 30 : - Schepen voor anker groter dan 50m: tonen twee rondom schijnende witte lichten, één op de boeg en één op het hek en geen geen rode en groene navigatielichten of wit heklicht omdat ze stil liggen
- - Regel 30 : - Schepen aan de grond kleiner dan 50m: tonen twee rondom schijnende rode lichten boven elkaar, samen met een wit rondom schijnend ankerlicht.
- - Regel 31: Watervliegtuigen en WIG-vaartuigen: tonen naast de normale navigatielichten ook een rood flitslicht.
**Bijkomende lichten:**
- Luchtkussenvaartuigen: tonen naast de normale navigatielichten ook een geel flitslicht.
- Vissersvaartuigen in elkaars buurt : kunnen, naast hun normale navigatielichten, de volgende extra lichten tonen:
- - Twee witte lichten boven elkaar : Als ze hun netten uitgooien
- - Twee rode lichten boven elkaar : Als hun netten vast zitten
- - Een wit en rood licht boven elkaar : Als ze hun netten boven halen
- - Twee alternerende gele flitslichten boven elkaar.: als ze vissen met ringzegen netten
Klik hier om de geheugensteun voor de meest voorkomende scheepslichten op zee in PDF te downloaden
Commentaar of vragen hierover mail mij op nautinstruct@gmail.co